Toneel 'De boef en de politie'

 We zijn in het huis van een mevrouw, ze heeft er mooie spullen staan. Wanneer ze naar haar werk vertrekt komt er helaas een boef langs. Die neemt al haar mooie spullen mee en hij gaat er dan snel vandoor. Wanneer de mevrouw thuiskomt merkt ze dat er iets niet pluis is. Maar wat nu?! Met wat hulp van de kleuters komt ze er toe dat ze de politie moet opbellen. Ze neemt haar telefoon en belt meteen. De politie komt meteen langs om dit te onderzoeken. Wat gebeurde er? Hoe zag de boef eruit? Wat nam hij allemaal mee? Welke kant ging hij op? Allemaal vragen waar de kleuters de politie mee kunnen helpen.

Wanneer de politie er is schrijft hij alles op, ook hij wil alle details horen van de kleuters. De politieagente besluit de hulp van de kleuters te kunnen gebruiken bij het opsporen van de boef. De agente en de mevrouw helpen vlug even alle kinderen een jas aan te doen en dan vertrekken ze langs de dezelfde weg waar de boef vertrok. Wat zien ze daar! Voetsporen! De boef liet een spoor achter, nu moeten we dit volgen en dan vinden we haar wel. De kleuters volgen samen met de agente het spoor die door het bonte bos loopt. Verstopt tussen de struiken vinden ze de jutezak met alle gestolen spullen. Maar waar is de dief? Het spoor loopt verder... We volgen het en horen iets... Het komt uit het huisje! Ha! Daar is de dief! Stop jij dief!

De dief slaat op de vlucht. Gelukkig zijn de kleuters super snel en hebben ze die gemene boef snel gevat! De agente komt erbij en slaat de boef in de boeien. Zo en nu mee naar het politiekantoor! De boef moet foto's laten nemen en zijn vingerafdrukken worden afgenomen. Nu kan de agente opzoeken op de computer wie zij precies is. Aha, geen onbekende voor het gerecht. We zullen de boef gauw even opsluiten in de cel. Oei, maar er is geen cel... De kleuters bouwen vlug een cel rond de boef, zodat deze niet kan ontsnappen. EINDE!